VNG Magazine oktober 2025 - Flipbook - Page 16
      
       
      
NAVO-norm
onszelf uitnodigen aan tafel. Want we weten hoe
belangrijk dat is. Als we ons niet zouden melden in
Den Haag, dan beslissen ze het zonder ons.’
En slaagt de VNG er ook echt in om zichzelf
uit te nodigen?
‘Ja, ja. Dat wordt geaccepteerd. En dat is ook
logisch, vind ik. Want ook al hebben we geen
o昀케ciële defensietaak, het succesvol verdedigen
van ons land en het weerbaarder maken van onze
inwoners is onvoorstelbaar zonder gemeenten. Of
het nu gaat om troepenverplaatsingen over onze
wegen, over ons water of door ons luchtruim. Om
het huisvesten van oefenterreinen of kazernes. Of
om het op orde houden van de voedselzekerheid
in tijden van crisis. We hebben een rol te spelen in
deze nieuwe tijden.’
Het gaat bij gemeenten veel over de 1.5%
die enigszins vrij besteed kan worden.
Ziet u wat dat betreft ook kansen voor
gemeenten?
‘Ja. We kunnen dit geld breder doelmatig besteden.
Het zou ook onverstandig zijn om het alleen puur
aan defensie uit te geven. Want uiteindelijk moeten
de troepen en het materieel toch ook over de weg
en het water, of door de lucht. Als die weg er toch
ligt, dan kunnen onze inwoners er natuurlijk ook
over naar een concert rijden.’
Bij die 1.5% gaat het inderdaad vaak over
infrastructuurprojecten. Zijn er nog blinde
vlekken die we niet moeten vergeten, als het
gaat over de bescherming van ons land, en
onze gemeenten?
Bijvoorbeeld digitale ontwrichting. Als doorvoerland,
met al onze logistieke processen, zijn we daar extra
kwetsbaar voor. Maar we zouden wat mij betreft
ook moeten investeren in vrijwilligers voor onder
andere het Rode Kruis, in Humanitas en het Leger
des Heils. We kijken in Nederland vooral naar de
overheid. Maar één ding is voor mij zeker: er zullen
in de toekomst momenten zijn dat de overheid er
even niet kan zijn voor mensen die hulp nodig
hebben. We moeten dus ook aan de samenredzaamheid werken. Niet alleen voor oorlogssituaties.
Ook in het geval van stroomuitval, stormen of
hoogwater. Allemaal mogelijke grote rampen die
gemeenten in de kern raken.’
Wat kunnen we nu al doen om onze
gemeenten voor te bereiden op een oorlog,
of op zo’n andere bedreiging?
‘Zorg dat het gesprek in families, buurten en wijken
op gang komt. Maak burgers en bedrijven bewust
16 | VNG MAGAZINE
van het belang van weerbaarheid, en ga er samen
met ze mee aan de slag. Moedig initiatieven voor
samenredzaamheid aan in je gemeente. In
Apeldoorn stimuleren we medewerkers van de
gemeente bijvoorbeeld om zich aan te melden als
reservist of bij de burgerreserve. Omdat dit goed is
voor onze defensie én voor de weerbaarheid.
Want deze mensen kunnen, in de wijken waar
zij wonen, ook weer een aanjager zijn van
die samenredzaamheid.
En wat ook belangrijk is: blijf oog houden voor het
functioneren van je lokale democratie. Want als er
een crisis komt, is dat ook niet meer vanzelfsprekend. We zien de laatste tijd bijvoorbeeld best
vaak goed georganiseerde, gewelddadige protesten.
Onlangs nog in Doetinchem, tijdens een besluit
over de komst van een AZC. Toen hebben
demonstranten met geweld geprobeerd de
democratie te ontwrichten. Het deed me goed
om te zien dat de gemeenteraad daar nagenoeg
unaniem bleef staan voor het besluit dat men
wilde nemen.’
Hoe staan we er in Nederland voor, qua
veiligheid en weerbaarheid?
‘We zijn op de goede weg. Ik zie bijvoorbeeld dat
gemeenten steeds vaker de samenwerking
opzoeken met belangrijke partners – de veiligheidsregio, de politie, Rijkswaterstaat, het waterschap,
ziekenhuizen – en met elkaar. Maar we moeten nog
meer doen, we moeten nog sneller. Nog meer
samenwerken. Nog meer oefenen, en daarvan leren.
En laten we daarbij vooral niet wachten op het Rijk,
en op de verdeling van het geld van de NAVO-norm.
Want we hebben geen tijd te verliezen.’