VNG Magazine oktober 2025 - Flipbook - Page 22
      
       
      
Dat zien we niet alleen in de Participatiewet, gaat zij
verder. ‘Neem de besparingen op de Hervormingsagenda Jeugd. Of de Spreidingswet die het kabinet
aannam, maar vervolgens weer terug wil trekken. Ik
merkte in Tilburg al dat inwoners bij het opstellen
van opvangcentra werden geïnformeerd en dat er
werd geïnvesteerd, maar dat door die Haagse onzekerheid alles stil kwam te liggen.’
Perspectief
Volgens Lahlah leidt die bestuurlijke stroperigheid
tot rechtsongelijkheid. ‘In de ene gemeente krijg je
maatwerk en perspectief, in de andere bureaucratie
en afwijzing. Dat ondermijnt het vertrouwen van
inwoners in de overheid.’ Ze wijst erop dat slechts
4% van de Nederlanders nog
vertrouwen heeft in de politiek.
‘Dat is geen abstract cijfer, dat is
voelbaar in buurten en wijken.
En als het misgaat, richten mensen hun woede vaak op de lokale
bestuurders. Terwijl die vaak
met gebonden handen staan.’
van de landelijke overheid worden gezien’, benadrukt ze. ‘Want dat is hoe de kiezer het ziet: het is
één overheid.’
Kortzichtigheid
Politiek draait om keuzes. Maar niet alle keuzes
wegen even zwaar. Wie kiest voor de lange termijn,
kiest vaak ook voor onzekerheid, uitgestelde
resultaten en beperkte electorale beloning. Dat
maakt langetermijnbeleid onaantrekkelijk – zeker in
een systeem waarin verkiezingscycli, mediadruk en
partijbelangen de boventoon voeren.
Volgens Otjes is dat geen toeval, maar een systeemkenmerk. ‘Verkiezingen zijn momentopnames.
Politici worden afgerekend op
wat ze vandaag doen, niet op
wat ze morgen mogelijk maken.
Het is een haast onoplosbare
paradox: doordat je als burger
recht op inspraak hebt, en elke
vier jaar gaat stemmen, is democratie van nature gericht op de
korte termijn. Hoe langer je niet
zou kunnen stemmen, hoe
minder inspraak je zou hebben
op het beleid. Die korte termijn
houdt de partijen scherp, maar ook gericht op het
winnen van stemmen bij een volgende kabinetsperiode. Daarom kunnen ook alleen partijen met
stabiele electorale steun zich de luxe van langetermijndenken veroorloven.’
Als ze hun
vertrouwen
verliezen, richten
mensen hun woede
vaak op de lokale
bestuurders
Toch ziet ze hoopvolle voorbeelden. Gemeenten die samen met
gemeenschappen
perspectief
bieden, zoals kleinschalige opvanginitiatieven of
projecten tegen dakloosheid. ‘Die laten zien dat
structurele en lokale aanpakken echt verschil
maken.’ Ze verwijst naar het Nationaal Programma
Leefbaarheid & Veiligheid, als voorbeeld van hoe
langetermijnbeleid lokaal kan landen. Lahlah pleit
dan ook voor stabiel bestuur, politieke moed en een
eerlijke benadering van wat wel en niet kan.
‘Gemeenten moeten als volwaardige partners
Zo kan het ook
Lahlah ziet op veel plekken in het land dat de stemming niet
zo slecht is als de politiek het voordoet. ‘Ik herinner me een
voorbeeld in de gemeente Dongen, waar de geldkraan voor
asielopvang werd dichtgedraaid en het de inwoners zélf
waren die zeiden: “Maar deze mensen zijn onderdeel
geworden van onze gemeenschap. Kunnen ze niet blijven,
kunnen we dit niet in stand houden?” En ik zie op veel
plekken dat de samenleving veerkrachtiger is en milder
naar elkaar dan de Tweede Kamer vaak suggereert. Ik denk
aan de Pauluskerk in Rotterdam, en wat die doen voor
mensen die aan de rand van de samenleving staan.’
22 | VNG MAGAZINE
Louwerse ziet een vergelijkbare dynamiek. ‘De beloningsstructuur in de politiek is niet ingericht op het
maken van moeilijke langetermijnkeuzes. Zeker niet
als die pas na de volgende verkiezingen resultaat
opleveren.’ Toch wijst hij op een voorbeeld dat hoop
biedt op meer politieke stabiliteit: kabinet-Rutte II uit
2012, bestaande uit VVD en PvdA. De enige coalitie
in de afgelopen twintig jaar die de regeerperiode
afmaakte. ‘Dat was een formatie uit noodzaak. Als
we het hebben over stabiliteit en dus over een
kabinet dat lang blijft zitten, is naar mijn idee een
bepalende factor geweest dat beide partijen al snel
in peilingen verloren en een vroegtijdige crisis forceren dus niet electoraal aantrekkelijk was. Dat dwong
de partijen om over hun schaduw heen te stappen.’
Afspraken durven maken
Die urgentie lijkt vandaag de dag opnieuw voelbaar.
Zonder duidelijkheid over 昀椀nanciering, wetgeving en
regie blijven lokale ambities hangen in goede
bedoelingen. Maar hoe creëer je ruimte voor beleid
dat pas over tien jaar zijn vruchten afwerpt?