VNG Magazine oktober 2025 - Flipbook - Page 30
      
       
      
Wanneer Yasar Sazak op een school aan een achtjarig meisje vraagt wat haar droom is, hoeft ze niet
lang na te denken. Ze wil heel graag tandartsassistente worden. Een mooi toekomstbeeld, vindt
de programmaleider talentontwikkeling van de
gemeente ’s-Hertogenbosch. Toch intrigeert het
antwoord hem. Waarom wil ze eigenlijk assistente
worden en niet de tandarts zelf? Wat hij dan hoort,
doet hem pijn. ‘Daar ben ik te dom voor’, zegt het
meisje zonder blikken of blozen.
W
Die opmerking, zo redeneert Sazak, maakt zo’n
meisje niet uit zichzelf. ‘Iemand moet haar dat
gevoel hebben gegeven, met als gevolg dat ze niet
meer vrij durft te dromen. Dat meisje wordt belemmerd in het benutten van haar talenten. Ze hoeft
heus geen wo-diploma te halen, maar het mag niet
zo zijn dat een kind op die leeftijd de ambitie heeft
verloren om na te streven wat het echt wil.’
Talentontwikkeling
Dat moet anders, vinden ze in de Noord-Brabantse
provinciehoofdstad. Alles wat bijdraagt aan de
ontwikkeling van kinderen, jongeren en jongvolwassenen is sinds deze bestuursperiode samengebracht in het gemeentelijke programma Talentontwikkeling. Dat geldt voor
alle wettelijke taken zoals onderwijshuisvesting, beleid rondom
leerplicht en onderwijsachterstanden. Maar we leggen ook de
verbinding met zaken als sport,
cultuur en bestaanszekerheid die
een belangrijke rol spelen in de
leefwereld van de kinderen.
Sazak: ‘We stimuleren elkaar te
kijken wat een kind nodig heeft
om alles uit zijn talenten te halen en perspectief
te houden. Doordat alle disciplines met elkaar verbonden zijn, kijken we verder dan onze eigen taak.
We leren echt naar het belang van het kind te kijken,
hun perspectief staat centraal. Merkt een school bijvoorbeeld dat iemand geen ontbijt krijgt, dan mogen
we ons niet verschuilen achter de grote televisie die
het gezin heeft. Want er is wel degelijk iets aan
de hand.’
met maatschappelijke organisaties en als één blok
de landelijke politiek aan te spreken.
Meer dan kennis
Dat is hard nodig, vindt onderwijsadviseur Karen
Heij. In opdracht van de Utrechtse wethouder Dennis de Vries (onder andere mbo, jeugd en jeugdzorg)
stelde ze een position paper op over het mbo. Dat
resulteerde in het document ‘Van selectiemaatschappij naar talentenmaatschappij’. Heij stelt
daarin dat onderwijs om méér moet draaien dan
alleen kennis. ‘En helemaal wanneer die ook nog
eens wordt toegespitst op een smal curriculum:
lezen, rekenen en grammatica.’
Het hele onderwijssysteem, zo zegt Heij, is in Nederland één grote afvalrace. ‘Dat begint in groep drie.
Als je dan al hoort dat je niet goed bent in taal en
rekenen, heeft dat effect op je zelfbeeld. Het onderscheid dat wij maken tussen talent in je hoofd of in
je handen, is bizar. We kijken alleen naar de cognitieve kant en vergelijken kinderen uitsluitend op dat
ene stukje met elkaar. Het vmbo zien we in Nederland als niet goed genoeg. Als kinderen daar naartoe
moeten op basis van hun schooladvies, voelt dat
vaak als een teleurstelling. Willen we dat kinderen
verder komen, dan moeten we
werk maken van eerlijk onderwijs
dat oog heeft voor brede talenten
en leerlingen ruimte biedt om hun
weg te vinden. Daarbij hoort ook
niet de vroege, harde selectie die
we nu kennen.’
De conclusies van Heij vormen de
basis voor een petitie die de
gemeente Utrecht en mbo-scholen
uit de stad opstelden, gesteund
door organisaties uit het onderwijs, koepels van
werkgeversverenigingen, enkele grote gemeenten en
de VNG. De boodschap: het mag niet zo zijn dat we
alleen cognitief talent als maatstaf voor succes
beschouwen. Praktisch, sociaal of creatief talent
moet gelijk worden gewaardeerd. Zo kan iedereen
een bijdrage leveren aan de maatschappij op een
manier die hem of haar past.
Goede
bedoelingen
leiden soms tot
slechte ideeën
Yasar Sazak
Karen Heij
Levi van Dam
30 | VNG MAGAZINE
Ongelijk investeren
In ’s-Hertogenbosch is de gemeente de aanjager
van deze nieuwe houding, ze legt verbindingen
tussen alle relevante partijen. Veel gemeenten zijn
zoekend naar een passende lokale aanpak van kansenongelijkheid. Dat is ook niet gek, want het is een
ingewikkeld onderwerp waarbij bovendien ondersteuning vanuit Den Haag ontbreekt. Een belangrijke
reden voor de VNG om de samenwerking te zoeken
Dat vraagt om investeringen. Financieel, maar ook
in menselijk contact. Om tot kansengelijkheid te
komen, moet een kind zich niet aanpassen aan het
systeem maar andersom. Langzaam begint vooral
op lokaal niveau die gedachte te landen, ziet hoogleraar Veerkrachtig Opgroeien aan de Universiteit van
Amsterdam Levi van Dam. ‘We erkennen nu dat we
ongelijk moeten durven investeren om tot gelijke